Van ‘boefje’ tot ‘baas’ op kamp
De waarde van kinderopvang
Riley (13) zit inmiddels op de middelbare school en mag nog steeds met zijn ‘oude kinderopvang’ mee op kamp. Als leiding welteverstaan. Dat is een bijzonder verhaal. Als jonger kind was zijn gedrag niet altijd gemakkelijk. We interviewen hem samen met zijn oude BSO-begeleider Kitty. Het werd een openhartig gesprek over een schoolsysteem dat hem niet paste, kansen krijgen en de meerwaarde van kinderopvang. Maar ook over hoe leren voor hem wél werkt. “Ik ben zo trots dat ik hier leiding mag zijn”, zegt Riley met een brede lach. “Je mag alles vragen!”
Hoe begon dit voor je Riley? Ben je veel met 2Samen op kamp geweest?
“Ja, toen ik 8 was ging ik voor het eerst als kind mee. Daarna heb ik geen jaar overgeslagen, totdat ik naar de middelbare school ging. En nu dus als leiding, voor de vierde keer! We hebben kampen in alle vakanties. Daan (één van de Pedagogisch Coaches van 2Samen), vroeg me of ik weer mee wilde. Dat doe ik echt heel graag!”
Wat deed je vroeger thuis in de vakanties als je niet op kamp was?
“Vooral gamen. Een beetje gameverslaafd was ik wel. Nou ja, niet ‘verslaafd-verslaafd’, maar gewoon …. gamen was wat ik wilde. En ik kwam niet veel buiten. Op kamp met 2Samen was dat anders, ik was er lekker in de buitenlucht, voelde me vrij en zat niet alleen maar achter een beeldscherm.”
Kitty: “Er zijn best veel kinderen die niet echt op vakantie gaan. Ook is niet ieder kind lid van een vereniging die wat organiseert in de vakanties. Voor hen is een kamp van de opvang echt een uitje, waar ze andere dingen doen en mogen. “Dat is zeker waar”, vindt Riley. “Thuis was ik in mijn eigen wereldje, boven achter de computer. Hier ben je met veel andere kinderen en doe je veel activiteiten.”
Hoe was kinderopvang verder voor je, ook buiten de vakanties?
“Heel belangrijk! Ze hebben zoveel voor me gedaan. Thuis at en sliep ik vooral. En ik gamede natuurlijk. Maar de rest van de dag, van 9 tot 5 uur, was ik op school en de opvang. School vond ik verschrikkelijk. Op de opvang ging het gelukkig beter, daar werkte Daan. Zij was mijn uitlaatklep. Maar ik had een goede band met alle juffen van de opvang. Ze kenden me van baby af aan. Ik ging steeds door naar een volgende groep, maar dat was nooit een probleem. Ze wisten al wie ik was.”
“Ik ben zo trots dat ik hier leiding mag zijn, je mag alles vragen!”
Wat ging er dan mis op school?
Riley kijkt weg en lacht een beetje … “Ik was een drukke jongen. Stilzitten was niks voor mij. ‘Niet wip-wappen’, zeiden ze dan bijvoorbeeld. Dat snap ik ook wel. Maar het lukte gewoon niet en dan zat ik weer voor straf in de hoek. Er was niet echt een mogelijkheid om m’n energie kwijt te raken. Wat me vooral bij bleef van mijn schooltijd? Dat ze zeiden: ‘Als je niet luistert dan rot je maar op!’”
Herken je dat Kitty dat hij een drukke jongen was, hoe ging dat dan op de opvang?
“Ja zeker, hij was druk, maar we konden met hem praten en hij stopte meestal als we het vroegen. Op een gegeven moment had hij school een slecht imago. Hij ging zich er ook een beetje naar gedragen, denk ik. Het ging in elk geval van kwaad tot erger. Bij ons in de kinderopvang was dat anders. Hij zocht ook bij ons de grenzen op, dat wel. Maar in de kinderopvang is er meer tijd en ruimte om te bewegen dan in een klas. En we proberen echt achter gedrag te kijken en te zoeken naar het positieve.”
“In het onderwijs doen ze dat natuurlijk ook wel, maar in de kinderopvang leer je kinderen toch anders kennen. Wij hebben hier op kamp, net als Riley destijds, kinderen die van school moeten en altijd op hun lazer krijgen. Hij weet goed wat die gastjes nodig hebben! Riley kan een hele groep naar beneden trekken en dat is wat er op school vaak gebeurde. Maar het kan ook andersom: dan trekt hij de groep juist positief mee! Eigenlijk kun je het zien als een talent, dat ‘meetrekker’ zijn. Als je dat goed weet in te zetten, kun je de situatie draaien. Dat is wat we wilden bereiken. Toen hij op school niet mee mocht met groep-8-kamp, ging hij bij ons voor het eerst mee als hulpleiding. Nu zit hij in de tweede en gaat hij nog steeds enthousiast mee.”
Hoe zie je dat dan Riley, “wat die gastjes nodig hebben”?
“Nou ja, als ik naar sommige jongetjes hier kijk, dan zie ik hoe ik vroeger was. Nu ben ik rustiger geworden. Maar ik snap daardoor hoe ik met ze om moet gaan. Anders dan sommige leraren op school vroeger bij mij deden.”
Kitty: “Dat is bijzonder aan 2Samen. We willen kinderen echt kansen geven. Wij hadden, en hebben, een heel ander beeld van Riley dan school dat had. Het is belangrijk voor kinderen dat onderwijs en kinderopvang goed samenwerken en dat soort dingen bespreken. Gelukkig groeien onderwijs en kinderopvang steeds meer naar elkaar toe. Kinderen profiteren daarvan! Het is in elk geval geweldig om daaraan bij te dragen. Het gaat letterlijk om hun toekomstkansen.”
Riley begint heen en weer te ‘wip-wappen’ en wat ongeduldig om zich heen te kijken. Ik zie dat je onrustig wordt Riley, nog één vraag dan? Lukt dat? En dan naar de buikschuif? Riley lacht. “Ja ik kan echt niet zo goed stilzitten.”
Wat ga je later doen Riley, is werken in de kinderopvang iets voor jou met al deze ervaring?
“Ik ben er trots op dat ik leiding mag zijn, maar nee. Toch niet. Ik zit niet meer op een sport ofzo, maar heb wel een hobby en dat is haren knippen. Dat doe ik nu bij familie en mijn vrienden. Ik kijk filmpjes op YouTube en dan doe ik het na. Als ik klaar ben, kijk ik het filmpje nog een keer om te zien wat ik beter kan doen. Zo leer ik wel goed. Ik weet het zeker: ik word kapper!”